Het is goed om vast te houden aan wat bekend is. Geen mens kan zonder zekerheid in het leven. De waarde van tradities wordt nogal eens onderschat. Waar Jessi zich afzette tegen de rituelen op Nieuwjaarsdag, bieden die ook een soort zekerheid die ze toch ook weer doorgegeven heeft aan haar kinderen. Soms gaat dat onbewust; terwijl je het niet wilt, gebeurt het toch.
Wie teveel vasthoudt aan datgene wat is aangeleerd, loopt het risico star en stug te worden in zijn of haar opvattingen. ‘Vroeger was alles beter’, ‘de jeugd van tegenwoordig is niks waard’.

Vrouwen
Het is opvallend hoeveel vrouwen in mijn praktijk komen die het lastig vinden om los te laten. En hoeveel kinderen daar dan weer problemen mee ondervinden. Ze zeggen bijna allemaal hetzelfde. ‘Mijn moeder wil zich overal mee bemoeien, mijn vader is daar veel makkelijker in.’
Moeders hebben natuurlijk van oudsher een beschermende rol. Dat is overgebracht van generatie op generatie. Het was in de jaren ’60 van de vorige eeuw nog een zeldzaamheid als een vrouw voor een carrière koos. Dat is relatief nog maar kort geleden. Zo’n gewoonte, traditie dus, sluipt nog jaren door.

Gelijke rechten, gelijke kansen
Opmerkelijk is dat mijn generatie opgroeide met de vrouwen die streden voor gelijke rechten, gelijke kansen. En ook nu is er nog ongelijkheid tussen de seksen, bijvoorbeeld met beloning op de werkvloer. Een paar kennissen van mij kozen er bewust voor om de rollen om te draaien: moeder ging verder met haar carrière, vader werd huisman. Er werden in de jaren ’70 en ’80 in buurthuizen zelfs breicursussen gegeven voor mannen. Maar inmiddels is er ook weer een omgekeerde tendens merkbaar: vrouwen kiezen bewust om kinderen op te voeden. De band tussen moeder en kind is volstrekt anders dan tussen vader en kind. Ik zeg wel eens gekscherend dat de navelstreng nooit helemaal wordt doorgesneden. Het loslaten is daarom voor vrouwen dikwijls veel lastiger.

‘Kan ik zelluf’
Terwijl een kind juist zijn best doet om zo snel mogelijk zelfstandig te worden. Wie kinderen heeft zal het zinnetje ‘kan ik zelluf’ duizenden keren uit de monden van hun kinderen gehoord hebben. Kruipen, lopen, fietsen: er wordt letterlijk steeds meer afstand gecreëerd. Kinderen krijgen op school vriendjes en verderop in het leven verkering. In de puberteit beginnen ze zich af te zetten van hun ouders, van de wereld. Niks is goed, zij weten het beter, zij gaan het anders doen. En zo hoort het ook. Mijn geschiedenisleraar zei vroeger: ‘als kinderen allemaal keurig naar hun ouders hadden geluisterd, liepen we nu nog in berenvellen’. Uiteindelijk vinden de meeste kinderen ook stabiliteit, krijgen ze vaste relaties en verdwijnen dan het huis uit.

Ouders
Eigenlijk zijn ouders dus vanaf de dag van de geboorte bezig met het loslaten van het kind. Een lastige opdracht, want uiteindelijk worden de rollen omgedraaid: de kinderen overvleugelen hun ouders. Waar ouders langzaam minder sterk worden, minder gedreven raken gaan de kinderen verder hun vlucht. Ze staan midden in het leven.

Jongeren
Voor jongeren – die dus nog geen kinderen hebben – geldt eigenlijk hetzelfde: het is lastig om op eigen benen te staan. Je stoot vaak je hoofd omdat je met bepaalde situaties nog geen ervaring hebt. Het is fijn als je dan bij je ouders advies kan vragen, maar het is misschien nog wel bevredigender wanneer je zelf die ervaring opdoet. Met vallen en opstaan.

En jij?
Hoe makkelijk is het voor jou om los te laten? Pas op: de valkuil is dat je daar vaak veel te gemakkelijk over denkt. ‘Ik kan wel loslaten’. Maar kijk eens echt diep naar binnen. Die ruzie met je partner, de keuze van je kind, die promotie die aan je neus voorbij ging… Je afkeer van mensen die in praatprogramma’s op tv een volstrekt andere mening zijn toegedaan als jij? Nee, het valt soms niet mee als je emotioneel geraakt wordt om écht los te laten. Of ben jij iemand die graag overal controle over wil houden?

Tip 51 – Metafoor met de aap
Er bestaat een mooie metafoor met een aap die een banaan wil pakken die in een fles ligt. Hij kan er net mijn zijn pols door. Maar elke keer als hij de banaan uit de fles omhoog wil trekken, past die niet door de opening. Hij zit dus vast in zijn eigen val. De hand van de aap staat in deze metafoor voor onze vastzittende overtuigingen en gedachten, de banaan symboliseert die overtuigingen.
De frustratie van de aap leidt tot woede, ongemak en tunnelvisie. We willen niet zo graag loslaten, omdat het zo vertrouwd is. En wat vertrouwd voelt, koesteren we. Ook al werkt het deprimerend. Je staat jezelf eigenlijk niet toe om op een andere manier tegen de situatie aan te kijken of om positieve gedachten toe te laten. Door los te laten kan je aan iets nieuws beginnen.

Tip 52 – Bedenk een alternatief
Zorg dat je een alternatief bedenkt. Stel dat je heel graag naar een speciale film wilt. Als je de kaartjes bestelt blijkt de film uitverkocht. Je kan dan beslissen om niet te gaan en thuis te balen van dit feit. Maar je kan ook een film uitkiezen waar je normaal gesproken niet zo snel naar toe zou gaan. Of je loopt naar het theater en koopt gewoon een kaartje voor een voorstelling waarvan je geen idee hebt waar die over gaat.

Tip 53 – Fop jezelf
Als je blijft treuren om het feit dat je vriendin haar bezoekje aan jou op het laatste moment heeft afgezegd, kan je in een negatieve spiraal komen: probeert ze er onderuit te komen, wil ze niet zeggen dat ze totaal geen zin in me heeft vandaag? Het zijn gedachten die als een lopende band elke keer weer terugkeren. Het is een goed idee om dan afleiding te zoeken. Zet je hersens aan het werk. Niet willoos tv kijken, want dan komen die gedachten gewoon weer naar voren. Nee, probeer een kruiswoordpuzzel op te lossen, doe een denkspelletje op je telefoon of tablet. Maak muziek, ga sporten.

Een mooie oefening om verder te leren loslaten tref je aan in het betaaldeel van dit werkboek.